Traditioneel karate
Binnen traditioneel karate wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Kihon (basistechnieken)
Kihon is de studie van de eindbewegingen. Tijdens Kihontraining worden afzonderlijke technieken getraind met het doel deze te verfijnen waardoor de karateka soberder en economischer leert bewegen zonder overtollige extra bewegingselementen toe te voegen (Mudana waza). Kihon is een noodzakelijk onderdeel binnen de karateles, waarbij basistechnieken van het karate worden aangeleerd. Hiernaast vormt Kihon een enorme ondersteuning voor het motorisch leren. Het accent ligt op de juiste manier van verplaatsen om vervolgens op de juiste manier tot de eindbeweging te komen. In dit proces is de synergie van de juiste stand, techniek, ademhaling, timing, zanshin (alertheid), kime en kiai essentieel. Kihon vormt de basis voor het leren bewegen en wordt opgevolgd door Renraku waza (combinatietechnieken) en Renzoku waza (Opvolgtechnieken gekoppeld aan een logische manier van bewegen). Naarmate langer getraind wordt, wordt een hoger niveau van bewegen bereikt, sereen, zonder onnodige en overtollige bewegingen.
2. Kata
Kata betekent letterlijk ‘vorm’. Kata zijn rituele oefenpatronen die worden getraind met het doel fysieke en mentale rijping te genereren. Een kata bestaat uit verschillende technieken die in een vaststaande chronologische volgorde uitgevoerd dienen te worden. Het essentiële doel is hierbij een synergie te ontwikkelen tussen lichaam en geest, gekoppeld aan het doel van de kata. Het Wado-Ryu karate telt 15 verschillende kata’s, elk gebaseerd op een eigen doel. De eerst aangeleerde kata (Pinan Nidan) wordt bijvoorbeeld getraind met het doel om een goede, stabiele stand te trainen. De tweede kata (Pinan Shodan) wordt getraind om met twee armen tegelijkertijd te werken en in de derde kata (Pinan Sandan) staat close combat centraal. Naast het oefenen van de solovorm kan een kata ook met partner getraind worden voor de verdieping en inzicht. De uitleg van een katapatroon (Enbusen) in de vorm van een praktische uitvoering heet Kaisetsu. Om een beeld te schetsen welke katavormen binnen het Wado-Ryu getraind worden, is hieronder een opsomming gemaakt van alle kata’s:
0. Basiskata: Kihon no Kata
1. Pinan Nidan
2. Pinan Shodan
3. Pinan Sandan
4. Pinan Yondan
5. Pinan Godan
6. Kushanku
7. Naihanshi
8. Seishan
9. Shinto
10. Bassai
11. Wanshu
12. Niseishi
13. Jion
14. Rohai
15. Jitte
Bij het oefenen van kata dient aandacht te worden besteed aan elk van de volgende zes elementen:
– I ki ta kata: Kata moet ‘levend’ zijn en uitgevoerd worden met gevoel. Het is essentieel om je de aanvallers voor te stellen wanneer je kata traint. Het moet duidelijk zijn waar de technieken voor dienen, dan krijgt de kata gevechtswaarde. Anders is kata slechts een dans, mooi om naar te kijken, maar de inhoud wordt niet gekend.
– I nen: er moet sprake zijn van spirit. Energie, kracht en geest worden gebundeld in één punt en één kort moment. We spreken dan van kimé of focus.
– Chikara no kyojaku: de kracht van sterk en zwak, hard en zacht, spanning en ontspanning (=go-ju). Bij de uitvoering van technieken is de juiste afwisseling van spanning-ontspanning, hard-zacht essentieel omdat het ene niet kan bestaan zonder het andere.
– Waza no kan kyu: de timing van snel en langzaam. Er moet afwisseling zijn in snelheid. Er moet verschil zijn tussen momenten van actie en momenten van rust. Bijvoorbeeld langzaam bijsluiten en dan weer explosief verdedigen, aanvallen en combineren. Op die manier ontstaan het ritme (hyoshi) en het karakter van de kata en het gevoel van een gevecht.
– Ki soko no don to: het ademhalingsritme, de juiste wijze van in en uitademen. Gebruik de ademhaling goed, bijvoorbeeld uitademen bij het maken van een aanval en inademen op een rustpunt. Verzamel kracht en energie in de Tanden, het energie-centrum in de onderbuik.
– Baransu: Dit woord is afgeleid van het Engelse woord balance. Balans is in elke oefening belangrijk. Om een techniek effectief te maken, moet deze uitgevoerd worden vanuit de juiste lichamelijke balans. Het lichaam staat het ene moment als ware het aan de grond geworteld, is dan weer snel in beweging. Daarbij is het continue in balans. Sommige technieken uit kata hebben voornamelijk het ontwikkelen van balans ten doel.
3. Kumite
Kumite betekent letterlijk ‘ontmoeting van handen’ en is een essentieel onderdeel van het karate. Onder kumite wordt een verzameling rituele partneroefeningen verstaan met verschillende intensiteit en doelstellingen. Met behulp van een tastbare tegenstander kan aandacht worden besteed aan factoren als de juiste afstand tot de tegenstander en de juiste timing om een (tegen)aanval te plaatsen.
De kumitevormen die we binnen het Wado-Ryu onderscheiden, zijn:
Sanbon Kumite (driestaps aanvallen)
Ippon Kumite (éénstaps aanvalllen)
Ohyo Kumite demonstratie van 18 Ohyo Kumite door Tatsuo Suzuki Hanshi
Kihon Kumite demonstratie van de 10 Kihon Kumite door sensei Martens & Loman
Jiyu Kumite (vrije gevecht/sparren)
Tanto dori Kumite (aanvallen met mes)
Tachi dori Kumite (aanvallen met zwaard)
Idori Kumite (aanvallen zittend op de grond)